Besprekingen
Natuurlijk kun je, moet je deze analyse van de honger - de honger naar zoet, naar liefde, naar schoonheid, naar het leven, maar ook de vernederende honger - lezen als een autobiografie. Natuurlijk besef je dat de schrijfster (1967) zichzelf vanuit afstandelijk perspectief een door contrasterende omstandigheden geregisseerde ontwikkeling aanmeet. Maar even natuurlijk ben je al snel gewonnen voor de wijsneuzige observaties en pregnante ervaringen van dat hedonistische, geobsedeerde diplomatendochtertje. Inderdaad, niets mis met de gekozen constructie: een geografische route van Japan (goddelijke kleuterjaren), via China (dorre schooltijd) en New York (dweepzieke vriendschappen) naar het "gigantische crepeerhok" dat Bangladesh is (ontwrichtende puberteit in een ontwricht land) en België (studie en schrijverschap), die een afspiegeling is van haar zowel geestelijke als lichamelijke worstelingen en overwinningen. Een overtuigende revanche op enkele zwakke voorgaande romans. Duidelijke druk.