MetDe reputaties levert hij een puntgave korte roman af. En dat terwijl het succes vanHet geluid van vallende dingen nog nazindert. Juan Gabriel Vásquez blaakt van zelfvertrouwen. 'Mijn boeken hebben hun obsessies ontdekt.'
Jasper Vervaeke
Juan Gabriel Vásquez (41) heeft van kinds af twee passies: voetbal en boeken. Als jongeman was de Colombiaanse schrijver een getalenteerde libero, maar na een zware blessure belandde hij voorgoed in de tribune.
Vásquez: 'Schrijvers die van voetbal houden, proberen die passie vaak te rechtvaardigen met literaire argumenten. Albert Camus beweerde dat hij in het stadion en het theater alle grote levenslessen gekregen had. En dat is best mogelijk: voetbal draait rond winst en verlies, je ziet er angst, schande, bedrog en verraad, maar ook inspanning, eer en deugd. Voetbal bevat alles waarover het in romans ook gaat.'
Het succes dat hem niet gegund was op de grasmat, viel hem te beurt in de letteren. Gaandeweg ontpopte Vásquez zich tot de libero van de hedendaagse Spaans-Amerikaanse literatuur. Zijn alom bejubelde romansDe informanten,De geheime geschiedenis van Costaguana enHet geluid van vallende dingen zijn niet alleen odes aan de vrijheid van de verbeelding, ze herinneren ons er ook aan dat literaire invloeden geen grenzen kennen. In zijn nieuwe roman,De reputaties, verkent Vásquez het duistere geweten van een politieke cartoonist. OokDe reputaties is op-en-top Colombiaans qua context, en tegelijkertijd diep geworteld in de westerse traditie. 'Mijn romans behoren tot een literaire familie die teruggaat op de ideeën van de Griekse tragedie. Ik hou ervan om personages neer te zetten die op het hoogtepunt van hun leven zijn, en dan opeens ten val komen onder invloed van onbegrijpelijke krachten.'
Mallarino, het hoofdpersonage van 'De reputaties', komt terecht in een dergelijke maalstroom. Vanwaar een roman over een cartoonist?
'Als kind raakte ik gefascineerd door de politieke cartoonist Ricardo Rendón (1894-1931). Zijn boeken slingerden rond bij ons thuis. Eerst las ik ze alsof het strips waren, maar nu en dan legde mijn vader hun politieke allusies uit. Later kwam ik te weten dat Rendón zelfmoord had gepleegd vlak bij mijn universiteit in het centrum van Bogotá, een buurt die belangrijk voor me is en waarnaar ik ook in mijn boeken graag terugkeer. Zo groeide het idee om zijn mysterieuze zelfmoord op te helderen in een roman. Uiteindelijk leek het me interessanter om me te begeven in de morele labyrinten van een fictieve hedendaagse cartoonist, Mallarino. De koerswijziging is te danken aan het feit dat ik zelf politieke columns ben beginnen te schrijven voor de Colombiaanse krantEl Espectador. Daardoor ben ik me bewust geworden van de macht en verantwoordelijkheid van opiniemakers.'
Als romancier laat u uw lezer graag achter met verontrustende vragen, als opiniemaker neemt u daarentegen duidelijk stelling in maatschappelijke debatten. Hoe ervaart u de combinatie van beide bezigheden?
'Het voelt schizofreen aan. Het zijn twee totaal verschillende manieren om in de wereld te staan. Ik ben in de eerste plaats romancier, in de zin dat ik alles voortdurend in twijfel trek. Maar sinds enkele jaren stel ik me alsmaar meer politieke en ethische vragen. In zekere zin heb ik dat geërfd van de generatie van Gabriel García Márquez, Mario Vargas Llosa en Carlos Fuentes. Zij geloofden sterk in de publieke rol van de intellectueel. Volgens mij is het nog steeds zinvol dat schrijvers en filosofen deelnemen aan het publieke debat, omdat ze de werkelijkheid vanuit een ethisch oogpunt bekijken. Politici niet. Zij verengen de debatten over de legalisatie van drugs, het homohuwelijk of abortus tot religieuze of politieke discussies. Slechts zelden proberen ze die kwesties vanuit een menselijk standpunt te bekijken. Welke levens verwoesten of benadelen we met bepaalde beslissingen? Die vragen worden niet gesteld.'
'Het schrijven van columns is vermoeiend en zorgt voor spanningen, maar ik zie het als een soort compensatie voor de ethos van de romankunst, die gestoeld is op totale onzekerheid.'
Zijn actieve deelname aan het publieke debat maakt van Vásquez een buitenbeentje onder de hedendaagse Spaans-Amerikaanse schrijvers, die doorgaans onverschillig staan ten opzichte van de politiek. Maar er is nog iets wat hem onderscheidt van zijn generatiegenoten: voor hem lijkt de Chileen Roberto Bolaño (1953-2003) geen grote goeroe te zijn.
'Bolaño is zonder twijfel de belangrijkste schrijver van zijn generatie. Ik bewonder hem onder andere vanwege zijn veelzijdigheid. Het feit dat hij meesterwerken schreef in drie verschillende genres bewijst zijn grandeur. Hij heeft fantastische korte verhalen, bijvoorbeeld "Laatste avonden op aarde" uitMoordende hoeren, en onder zijn korte romans isHet lichtende kwaad een blijver. En dan zijn er natuurlijkDe wrede detectives en2666, die behoren tot het aparte genre van de grote roman, tot wat Henry James de "loose baggy monsters" noemde. Maar ondanks mijn bewondering voor Bolaño's oeuvre, denk ik dat we weinig gemeen hebben. We hebben uiteenlopende rolmodellen, methodes en ambities.'
In uw eerste romans zocht u de confrontatie op met literaire voorbeelden als García Márquez en Joseph Conrad. Sinds 'Het geluid van vallende dingen' lijkt die strijd geleverd.
'Ik voel me nu vrijer. Ik heb veel geschreven en nagedacht over mijn verhouding tot de literaire traditie. Ondertussen heb ik mijn weg gevonden en sta ik tijdens het schrijven niet meer stil bij de mogelijke reacties. Ik vraag me niet meer af of mijn boeken een klein of een groot publiek gaan bereiken. Het klinkt pretentieus, maar ik denk dat mijn romans beetje bij beetje hun eigen publiek gecreëerd hebben. Dat moet iedere schrijver doen: niet schrijven met een bepaald type lezer in gedachten, maar die lezer zelf uitvinden.'
Met uitzondering van het tragikomische 'De geheime geschiedenis van Costaguana' ademen al uw romans eenzelfde troebele, verontrustende sfeer uit. Wordt die vage grens tussen goed en kwaad stilaan uw handelsmerk?
'Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat de boeken zelf intelligenter zijn dan hun auteurs. Die indruk van een steeds weerkerende sfeer betekent dat mijn boeken hun eigen obsessies al ontdekt hebben, en dat ik hun bevelen moet uitvoeren. Als lezer hou ik ervan om terug te keren naar een vertrouwd universum, ook al zijn de stemmen en strategieën verschillend.'
Bent u bewust bezig met het creëren van een herkenbare stijl?
'Ik had het er ooit over met de Spaanse schrijver Javier Marías, die precies op zo'n manier door stijl geobsedeerd is: dat er een losse pagina komt aanwaaien en dat je in een oogopslag kan zeggen "dit is Proust", "dit is Faulkner", "dit is Marías". Dat is nooit mijn ambitie geweest, maar ik hou wel van het idee dat mijn boeken eenzelfde effect hebben.'
SindsHet geluid van vallende dingen, zijn bestseller over het drugsgeweld dat Colombia in de jaren 80 en 90 teisterde, is Vásquez een literaire ster. Hij sleept de ene na de andere prijs in de wacht en vliegt de wereld rond om lezingen en interviews te geven.
'Zeshonderd interviews over hetzelfde boek is te veel van het goede. Anderzijds is het voor een verwoed reiziger als ik natuurlijk fantastisch om landen te leren kennen waar ik anders waarschijnlijk nooit geweest zou zijn. Bovendien kan ik heel goed werken in vliegtuigen en hotels, die plekken waar zoveel schrijvers allergisch voor zijn. Een trans-Atlantische vlucht is een soort leesbeurs: zeven uur aan een stuk lezen, dat kun je je bijna nergens anders meer permitteren.'
'Lezers ontmoeten en deelnemen aan literaire bijeenkomsten maakt vandaag de dag nu eenmaal deel uit van het leven van een schrijver. En ik doe dat ook graag, maar na een reeks van dat soort activiteiten voel ik een sterke drang naar eenzaamheid.'
En dan zijn er nog uw vrouw en tweelingdochters. Het valt op dat sinds 'De geheime geschiedenis van Costaguana' al uw hoofdpersonages kinderen hebben.
'In die roman wordt er op een gegeven moment een te vroeg geboren kind gewogen op een slagersweegschaal. Het is een fictieve weergave van wat mij toen overkwam in de werkelijkheid. Mijn dochters lagen in de couveuse terwijl ik de laatste hand legde aanCostaguana. Tijdens die twee maanden leefde ik in het ziekenhuis. Zodra het kon, zonderde ik me af in een wachtzaal, stopte ik oordopjes in en begon ik te schrijven.'
'Tijdens het schrijven vanDe informanten had ik nog geen kinderen. Daar ging de zoektocht eerder naar boven toe, naar de vaderfiguur. InCostaguana begint het te wankelen enHet geluid van vallende dingen enDe reputaties zijn verkenningen naar beneden toe, van de vader naar de kinderen.'
'Ik ben ervan overtuigd dat alle literatuur in de grond autobiografisch is, en ik schrijf op een heel directe manier over mijn bekommernissen.'
Verberg tekst